Hij is namelijk inheems in Europa, Noord-Amerika en de gematigde streken van Azië, zowel in de bergen als op akkergrond.
Het is een geslacht uit de omvangrijke familie Ranunculaceae, en bevindt zich daarmee in het diverse en soms illustere gezelschap van bloemen als de anemoon, de clematis, de boterbloem en de helleborus. Het is een winterharde, maar bladverliezende meerjarige plant, en kent ongeveer 120 varianten. En doordat hij zo gemakkelijk gekruist kan worden en uitzaait, leent hij zich heel goed voor een verwilderde ontdektuin.
De plant zelf ziet er niet heel spectaculair uit, maar de opvallende, geknikte bloemen met de vijf opvallend gepunte kroonblaadjes en de drielobbige bladeren maken dat dubbel en dwars goed. De bloeitijd is ongeveer van april tot juli. Na de bloei wordt de onderkant van de plant lelijk, maar dat kun je eenvoudig oplossen door er bodembedekkers of andere lage begroeiing omheen te zetten. Zo kan je ook na de bloei nog genieten van deze mooie plant.
De akelei heeft varianten in veel verschillende en opvallende kleuren, zowel eenkleurig als met kleurschakeringen. Een combinatie van verschillende soorten akelei zorgt voor een bijzondere mix aan bloemen in prachtige kleuren.
Pas op met kinderen en (huis)dieren!
Kijk echter wel uit met kleine kinderen en (huis)dieren, want de akelei is, zoals veel van haar familieleden, zwak-giftig
Bijen en vlinders zullen je wel heel dankbaar zijn als je deze nectarrijke en mooie bloemen in je tuin zet. Het is een waar feestmaal voor ze! De punt van de kroonblaadjes wordt namelijk gevormd door een honingklier, en daar kan geen bij of hommel weerstand aan bieden.
Het geslacht Aquilegia bestaat uit ongeveer 120 verschillende varianten. Enkele daarvan zullen we hieronder beschrijven.
Aquilegia vulgaris – Wilde akelei: De wilde akelei is in zuid-Limburg zeer zeldzaam, maar in de rest van het land komt hij vaker voor. Deze variant wordt ook het meest in de winkels en tuincentra te koop aangeboden. De plant wordt 45-60 cm hoog, bloeit van mei tot juli en is o.a. verkrijgbaar in paarsblauw, roodpaars, blauw, wit en roze.
Aquilegia alpina – Alpen akelei: Deze variant komt oorspronkelijk uit de Alpen. De plant wordt niet hoger dan 45 cm en bloeit van mei tot juni. De bloemen zijn opvallend blauw van kleur.
Aquilegia chrysantha: De chrysantha heeft prachtige gele bloemen. Hij wordt tot 100 cm hoog en bloeit in juni en juli.
Aquilegia flabellata: Ook deze plant komt uit de bergen. Dit maakt hem bijzonder geschikt voor een rotstuintje. De plant wordt maximaal 20 cm hoog. De bloeitijd is van mei tot juni, en hij is in diverse kleuren verkrijgbaar.
Aquilegia formosa: Deze variant wordt ongeveer 70 cm hoog en heeft geel/oranje bloemen. De plant bloeit in mei en juni.
Aquilegia atrata – Donkere akelei: Dit is de donker gekleurde variant, die in het hele Alpengebied en de Apenijnen voorkomt. Hij wordt tot 100 cm hoog en bloeit van mei tot juli. De bloemen zijn donker violet gekleurd.
Het is een hele makkelijke en dankbare plant om in je tuin te hebben. Hij staat graag op een plek in de zon of halfschaduw, en hij heeft een losse, humusrijke grond nodig. Wanneer je er ook voor zorgt dat hij niet uitdroogt heb je een tevreden plant.
De akelei is een meerjarige plant en dat klopt op twee manieren. Ten eerste heb je een paar jaar plezier van je akelei, en ten tweede zaait het opvallend gemakkelijk uit.
Zaaien van de plant is heel gemakkelijk. Als de plant is uitgebloeid, maakt hij heel decoratieve zaaddozen aan. Deze kun je, als ze een beetje rijp zijn, afknippen en verder drogen. Je haalt daarna de zaadjes uit de dozen en bewaart deze donker, koel en droog tot het volgende voorjaar. Opnieuw genieten gegarandeerd!
Als je van een weelderige tuin houdt, dan kun je de zaadjes gewoon op de aarde strooien en daar een laagje grond overheen strooien, maar je kunt ze ook binnenshuis opkweken op een laagje aarde. En als je meerdere verschillende varianten in je tuin (of naburige tuinen) hebt, dan zul je ook ontdekken dat het altijd een verrassing is welke kleur(en) de nieuw opgekomen plantjes zullen hebben. De verschillende varianten van de akelei zijn namelijk prima onderling te kruisen.