In Nederland wordt de Sering van oudsher in Aalsmeer geteeld, hij gedijd goed op de vruchtbare veengrond. laat in het najaar werden de seringen van de akkers gehaald en met de boot naar de kas gebracht. Doordat de temperatuur in de kas hoger was dan buiten, lopen de bloemknoppen uit. De bloemen werden geoogst en de planten worden weer met hun wortels in de aarde van de akkers gezet. Dit gebeurt om het jaar. Het andere jaar wordt de plant alleen gesnoeid. Een reislustig bloemetje, dus!
Enthousiast vormen de wasachtige bloemen een tros. Van zuiverwit tot donkerpaars, de sering brengt in de meest diepe tinten de lente in huis. Sommige varianten hebben zelfs twee kleuren. De plant heeft omhoog wijzende bladeren en kan wel 7 meter hoog worden. De zoete geur doet je verlangen naar de eerste zonnestralen. Lente, kom er maar in!
Het lijkt of ieder bloemetje van de sering een eigen verhaal heeft, want ze vertelt een hoop. Zo staat ze symbool voor huiselijk geluk, nostalgie, jonge eerste liefde, onschuld en herinnering. De witte bloemen staan voor terughoudendheid. Als je in de 19e eeuw een sering kreeg van je minnaar, wilde hij dat je je niet zo terughoudend opstelde.
De sering verhuisde in 1560 van Constantinopel naar Wenen. Eind 16e eeuw werd de sering hip in Frankrijk en Berlijn. Later veroverde ze de boerentuinen van Midden-Europa. Vanaf de 19e eeuw werd het geurbommetje een must have in iedere tuin en huis.
Geniet nog langer van je seringen met deze tips: